H0 DB Gesloten Goederenwagen type Gms30 "Knorr", tijdperk III Brawa 51135
10% KORTINGProductinformatie
>
Historie van de “Gs Oppeln” goederenwagen
Vanaf 1933 schakelde de Deutsche Reichsbahn geleidelijk over van klinknageltechniek naar lassen bij de constructie van haar rijtuigen. Deze overgang bracht een belangrijk voordeel met zich mee: gewichtsbesparing. Hierdoor konden de wagons lichter worden uitgevoerd, wat gunstig was voor het laadvermogen.
Om te voldoen aan de toenemende vraag naar hogere snelheden in het stukgoedvervoer, ontwikkelde de Deutsche Reichsbahn vanaf 1936 de “Gs Oppeln”. Dankzij een wielbasis van 6000 mm kon een maximumsnelheid van 90 km/u worden toegestaan. Door de toepassing van lastechniek verdwenen de karakteristieke hoekplaten, en de wagen kreeg een opvallende, puntige spantconstructie — een ontwerpkeuze die noodzakelijk was door de langere wielbasis.
De groeiende behoefte aan goederenwagens tijdens de oorlog leidde vanaf 1938 tot massaproductie van dit type. In totaal werden circa 28.000 wagens zonder handrem en 6.100 wagens met handrem gebouwd. Veel exemplaren werden uitgerust met stoom- of elektrische verwarming, waardoor ze uitstekend inzetbaar waren in (snel)goederentreinen.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog waren de wagens verspreid over heel Europa. Ze kwamen onder andere terecht bij spoorwegmaatschappijen in Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Polen en België. Begin jaren '50, bij de hernummering van het materieel door de jonge Deutsche Bundesbahn, kregen de wagens de aanduiding “Gms 30”. Sommige werden zelfs opgenomen in het EUROP-wagenpark, geschikt voor grensoverschrijdend goederenverkeer.
Met de introductie van moderne goederenwagons aan het eind van de jaren ’50 werd besloten om de oudere “Gs Oppeln”-wagens niet meer grootschalig te reviseren. De resterende wagens kregen bij de invoering van het UIC-nummeringssysteem de nieuwe aanduiding “Glms 200”. Slechts enkele exemplaren bleven bewaard tot 1979.